Hou je van mooie meeslepende melodieën? Dan is de viool iets voor jou. Viool leren spelen is in het begin best pittig. Je leert vier snaren en een strijkstok onder controle houden. Een goed gehoor is een pluspunt, want je moet zelf leren horen of de toon juist is. Uiteraard helpen we je hierbij.

Wil je het net een beetje anders en groter? Kies dan voor de altviool. Je bespeelt dit instrument op dezelfde manier als de viool, maar de klank is dieper en warmer.  

En wat als je samen met anderen wil musiceren? Voor jou altijd een speciale plaats in het orkest, want altviolisten zijn dun gezaaid. Ze zitten lekker ingepakt tussen de violisten en de cellisten. En zorgen voor de mooie, warme tussenklanken in het orkest.  

Wil je het nog dieper en warmer? En vooral ook groter? Dan kies je voor de cello. Leuk voordeel? Cellisten zitten altijd op een stoel. Rechtstaand spelen doen ze niet. 

Wist je dat van alle instrumenten de cello het meest op de menselijke stem lijkt? Je kunt er dus mooie zangerige melodieën op spelen. Cellisten zie je op alle mogelijke plekken: als solist, in een strijkersensemble, maar ook in een popgroep, waar ze de muziek ondersteunen met mooie, lange noten.  

Je gaat voor groot, groter, grootst? Kies dan voor de contrabas. De contrabas komt in bijna alle genres voor, waaronder klassieke muziek en popmuziek, ook in een lekker swingend jazzcombo mag deze reus uiteraard niet ontbreken. Je sleurt wel wat rond met zo'n ding, maar iedereen is blij als je erbij bent. Gelukkig bestaan er voor jonge contrabassisten minibasjes, dat speelt iets makkelijker.