Spot de vlinders in Hasselt

do, 18/08/2022

Stadsbioloog, Frederik Thoelen, ging vlinders spotten in Hasselt. Hij wilt je graag kennis laten maken met een aantal vlindersoorten. Sommige soorten zijn veelvoorkomend, andere soorten moet je wat verder zoeken. Spot jij mee vlinders in je tuin? 

De stadsbioloog Frederik Thoelen
Deel deze pagina:

Klein koolwitje (Pieris rapae)

Het klein koolwitje heeft typisch enkele zwarte vlekjes op de vleugel. Het bovenste tipje is donkergekleurd. De kans dat je hem tegenkomt in je tuin is erg groot, want dit is de meest algemene dagvlinder die we bij ons kunnen tegenkomen. 
Je komt hem vooral tegen op de vlinderstruik of lavendel, maar eigenlijk komt hij op bijna alle bloemen, zolang er maar wat nectar te vinden is. De rupsen zijn trouwens zot van kolen!

Groot koolwitje (Pieris brassicae)

Als er een klein koolwitje is, is er ook een groot. En ook het groot koolwitje kan je bij ons in Hasselt tegenkomen. Terwijl bij het kleine koolwitje enkel het bovenste tipje van de vleugel donkergekleurd is, loopt die donkere kleur bij de grote wat verder door naar achter. Je kan dit goed zien als je de foto’s van beide soorten naast elkaar legt. 

Atalanta (Vanessa atalanta)

Deze super populaire vlinder kan je heel de lente en zomer op je nectarrijke bloemen terugvinden, van mei tot oktober. Hier misschien niet zozeer van toepassing, maar het zijn erg sterke vlinders die in andere landen tot op 2.000m hoogte kunnen voorkomen! De atalanta heeft absoluut brandnetels nodig. Hierop worden namelijk de eitjes gelegd en het is de favoriete voedselbron voor de rupsen. Laat dus zeker wat waardevolle brandnetels in je tuin in een hoekje staan. 
De pas ontpopte vlinders trekken vanaf oktober helemaal naar Zuid-Europa, om vanaf eind april terug naar het noorden te vliegen. Een straffe prestatie van onze Hasseltse vlinders, zeker als je bedenkt dat het dier dan ook nog eens de Pyreneeën over moet vliegen!

Boomblauwtje (Celastrina argiolus)

Vlinderstruiken, klimop, hulst, kardinaalsmuts,… het zijn allemaal typische waardplanten voor het boomblauwtje dat de rupsen nodig hebben om groot te worden. Groot is relatief, want eigenlijk worden de vlinders uiteindelijk maar een 1,5 cm groot… Hun naam hebben ze kregen door de prachtig blauwgekleurde vleugels. Er zijn nog vlindersoorten die gelijkaardige blauwe vleugels hebben, maar als een boomblauwtje zijn vleugels heeft samengevouwen, zie je de eveneens mooi gekleurde zilverblauwe onderkant met zwarte stipjes. 

Icarusblauwtje (Polyommatus icarus)

Een volledig blauwe bovenkant bij het mannetje, een blauw-bruine bovenkant met zwarte vlekjes aan de achterzijde van de vleugels bij het vrouwtje. Op de foto zie je dus het mannetje. Op foto zijn ze opvallend, maar in het echt zijn ze door hun geringe grootte niet altijd even makkelijk te ontdekken. Maar ze zitten er wél, zelfs in Hasselt. Uitkijken dus!

Dagpauwoog (Aglias io)

Wie kent deze vlinder niet? De veelvoorkomende vlinder die genoemd is naar de 4 grote oogvlekken op de vleugels om mogelijke roofdieren af te schrikken. Het is één van de weinige soorten die in ons land als vlinder overwintert. Ze kruipen dan weg in kiertjes of spleetjes in tuinhuisjes of schuurtjes, en gaan in winterslaap waarbij ze via speciale systemen in hun lichaam zelfs strenge vorst kunnen overleven! Net omdat ze als vlinder bij ons de winter doorbrengen, kan je ze al vaak erg vroeg zien. Er werd er zelfs eentje in Hasselt gezien in januari!
Net zoals de atalanta zijn ook voor deze soort brandnetels erg belangrijk. In het voorjaar, wanneer de vlinders wakker worden, verdedigt het mannetje een stukje met brandnetels en maakt passerende vrouwtjes het hof. De eitjes worden dan op de brandnetels gelegd, en de brandnetels vormen dan weer het voedsel van de rupsen. 

Kleine vos (Aglais urticae)

We vallen in herhaling, maar wil je deze mooie vlinder helpen, dan is een hoekje met wat brandnetels al een grote hulp. De kleine vos is niet zo moeilijk te herkennen. Aan de voorkant van de oranje vleugels heeft hij vlekken, aan de hele achterrand loopt een zwarte streep met blauwe vlekjes.

Landkaartje (Araschnia levana)

Het landkaartje lijkt met zijn oranje vleugels wat op de kleine vos, maar heeft veel meer onregelmatige zwarte vlekjes. Als deze vlinder zit te rusten met zijn vleugels samengevouwen, zie je dat hij zijn naam niet gestolen heeft: net het patroon van een landkaart!
Het landkaartje op de foto is geboren in het voorjaar. Speciaal aan deze vlinder is dat de landkaartjes die in de zomer ontpoppen van rups tot vlinder, net heel donkere vleugels hebben.  

Distelvlinder (Vanessa cardui)

De brandnetel is belangrijk, dat weten we al. Maar de distel is ook zo een soort die bij tuineigenaars niet altijd even geliefd is, maar wel van levensbelang is voor sommige vlindersoorten. Schiet dus niet meteen in paniek als er ergens wat distels verschijnen! 
Ook deze vlinder heeft oranjegekleurd, maar je kan hem van de andere soorten onderscheiden door een duidelijke zwarte driehoekige voorkant van de vleugel. Onze Hasseltse winters zijn te koud, daarom trekken distelvlinders helemaal naar Zuid-Europa en zelfs Noord-Afrika om te overwinteren! 

Koninginnenpage (Papilio machaon)

Deze grote vlinder kan maar liefst 8 cm breed worden, en is daarmee de grootste vlinder die we in onze Hasseltse tuinen kunnen tegenkomen. Op de foto zie je zijn prachtige kleuren: gele vleugels, donkere strepen met blauw accenten. Geweldig als je deze soort kan waarnemen. 
Koninginnenpage worden speciaal aangetrokken door roze of paarse bloemen. Onze distel is dus ook hier belangrijk, maar ook vlinderstruik of kaardebol is in een tuin zeer waardevol!

Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Wie in Hasselt in februari een klein vlindertje tegenkomt, kijkt hoogstwaarschijnlijk naar een citroenvlinder die net is wakker geworden uit zijn winterslaap. Het is daarmee één van de eerste vlinders die je elk jaar bij ons kan zien. De eerste in Hasselt werd dit jaar bijvoorbeeld al op 9 februari waargenomen! Terwijl het mannetje citroengeel van kleur is, daarom de naam, is het vrouwtje wat bleker van kleur. Hij lijkt daarmee eigenlijk een beetje op een koolwitje, zonder de zwarte vlekjes. Je kan citroenvlinders bijna overal tegenkomen, maar net voor ze eitjes gaan leggen, zoeken ze hun waardplant op. Bekendste waardplant is het sporkehout.  

Oranjetipje (Anthocharis cardamines)

Moet het nog gezegd worden? Het oranjetipje heeft, uiteraard, oranje vleugeltippen met een donkere rand. Maar vergis je niet, bij het vrouwtje is het oranje afwezig. Met zijn vleugels samengevouwen, zie je de groengeel gemarmerde onderkant. Die onderkant lijkt met wat goede wil een beetje op peterselie. Daarom dat het oranjetipje soms ‘peterselievlinder’ wordt genoemd. Prachtig om te zien! Wie pinksterbloemen heeft, vergroot zijn kans om oranjetipjes te zien. 

Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album)

Het ‘gehakkelde’ in zijn naam komt van de bizarre achterrand van de vleugel. Die is sterk gekarteld, en gaat volledig op in zijn omgeving als deze vlinder tussen dorre bladeren zit. Ter info, ook de rups is goed gecamoufleerd. Deze lijkt sprekend op… de uitwerpselen van vogels!
Naast de traditionele brandnetel, kan je de gehakkelde aurelia en vele andere vlindersoorten een groot plezier doen met rottend fruit. Raap dus zeker niet alle appels of peren op!

Hooibeestje (Coenonympha pamphilus)

Het hooibeestje is een typische ‘graslandsoort’. Hij behoort tot de familie van de zogenaamde ‘zandoogjes’. Ze hebben allemaal vlekjes op de vleugels, die wat lijken op ogen. Als je het geluk hebt een hooibeestje goed te bekijken, zul je zien dat de achterkant van de vleugel precies behaard lijkt. 

Klein geaderd witje (Pieris napi)

Je kan dit vlindertje nogal eens verwarren met de andere witjes die we hier bespreken, maar wanneer hij zijn vleugels samengevouwen heeft, kan je de adertjes, waarvan sprake in de naam, mooi zien lopen aan de onderkant van de vleugels. Hij heeft ook een zwart puntje op de top van de vleugel, maar verder is dit vlindertje vrij onopvallend. Je kan hem bijna letterlijk overal tegenkomen, maar net door die onopvallendheid kijk je er nogal eens overheen. 

Brandnetels

Brandnetels zijn, zoals bijvoorbeeld ook distels, niet altijd even geliefd bij tuinliefhebbers, maar ze zijn letterlijk van levensbelang voor het opgroeien van heel wat vlindersoorten. Probeer indien mogelijk altijd een brandnetelhoekje te reserveren in de tuin!

Variatie

Gevarieerde bloemen en planten zorgen ervoor dat er altijd wel wat nectar te vinden is.